Welcome to Eddie
always in extase
door Eddie Baantjerij
interim wethouder, kandidaat burgemeester,
politiek bestuurder van formaat, mensenkenner
van formaat en voorstander van een feestgemeente
Kannibalisme
In mijn jeugd droomde ik al van Afrikaanse oerwouden, tijgers, nijlpaarden en inboorlingen. Gevoed door stripverhalen en later de zwart-wit films uit ons voormalige Nieuw-Guinea besloot ik erop uit te trekken. De jaren daarna heb ik bijna alle Afrikaanse landen mogen bezoeken. Het was enerverend en nog steeds denk ik, behoudens de frequente malaria-aanvallen, met genoegen terug aan die tijd.
Het prachtige landschap, de watervallen, de rivieren, de vriendelijke bosjesmannen en niet te vergeten de permanente hittegolven die ons tergden. Hoe opvallend, dat ik na mijn terugkeer slechts één vreemde vergelijking kon maken met het Afrikaanse en ons kleine koude Nederland. Kannibalisme. Zodra ik met een groep dragers het oerwoud introk, telde ik altijd om het uur of de dragers er allemaal nog waren. Collega-avonturiers van mij hadden nog al eens last gehad, dat ze zelf veel meer moesten sjouwen dan ze vooraf hadden ingeschat, omdat er altijd wel één of meerdere dragers plotseling waren verdwenen. Nooit is destijds boven water gekomen of de dragers te weinig werden betaald en daarom wegliepen of, dat ze gewoonweg door kannibalen waren opgegeten.
Er was ook niemand, die zich plotseling aanmeldde om het baantje over te nemen, dus het gezegde: "De één z’n dood is de ander zijn brood" ging ook niet op. Later zijn we er met z’n allen bij toeval achtergekomen Ik werd bij terugkomst uit Afrika gebeld en een bevriend stamhoofd deed me alles uit de doeken. Hij was wethouder geworden in zijn geboorteplaats Kalamare (Botswana). “Hoe toevallig”, had ik hem geantwoord, “De feestgemeente is hier ook bijna een feit en binnenkort word ik de nieuw gekozen burgemeester”. De kannibalen bleken, ten tijde van mijn aanwezigheid in Afrika, geplaagd door een democratiseringsproces dat door uitheemse volken was ingevoerd en hadden bij meerderheid van stemmen besloten om niemand meer te doden en op te eten. De bevolking was te ver uitgedund, de inkomsten waren gedaald en de voeding te eenzijdig, zodat een vitaminetekort was ontstaan.
De stamhoofden hadden hun speer en soepketel aan de wilgen gehangen en waren net als hun collega-politici in Nederland belasting gaan heffen. Dragers die over hun land liepen werd gevangen genomen en verplicht in asielcentra gestopt, zodat ze het land konden bewerken.
Er werd precario geheven, parkeerbelasting ingevoerd en eigenaren van grote boomhutten moesten extra OZB afdragen. De vrouwen mochten minder uren werken, omdat de mannen aan de gang werden gezet, de bossen werden gekapt, flats en ouderenwoningen herrezen. Winkelcentra, gemeentehuizen, alles kwam er, gelijk ons koude Nederlandje. “We eten onze mensen niet meer op”, zei Mkoembe door de telefoon vanuit zijn riante boomhut, “We benen ze nu uit”. “Uitbenen, da’s toch hetzelfde”, vroeg ik bezorgd. Zijn zware stem aan de andere kant schaterde: “Binnenkort, presenteren we onze eerste echte begroting aan onze stamoudsten, beste Eddie, het wordt een hoogstandje”. “Huh zo te horen, zijn jullie allemaal al net zo gek geworden als in dit land, maar vertel”. “We gaan er een koninkrijk van maken, we missen de roddels en schandalen die jullie hebben, we gaan de sociale zekerheid opvoeren tot een maximum, dankzij jullie ontwikkelingsgeld, we krijgen een dienstauto en de salarissen worden verdubbeld. De burgers in ons land krijgen op hun vijftigste een pensioen en het onderwijs wordt geheel gratis. Op elke honderd burgers komt een politie-agent, iedere boom in een particuliere tuin wordt belast en nog veel meer. Het wordt fantastisch. Kortom het wordt hier zoals het bij jullie vroeger was”.
Eddie
copyright Ton de Vrind Photography © 1995-2024